Twee jaar geleden kreeg Ringel Goslinga de mogelijkheid om de camera van Lee To Sang te gebruiken voor een eigen fotoproject. Lee To Sang, Chinees van geboorte, vestigde een fotostudio in de Amsterdamse volksbuurt ‘de Pijp’. De portretten in de etalage van zijn winkel vormden een afspiegeling van de buurtbewoners, veelal geportretteerd met plastic bloemen en planten voor kleurige achtergronden met of zonder geïmporteerd fotobehang uit Hong Kong. In 2003 sloot Lee To Sang zijn studio.
Toen Goslinga de portretten van Lee To Sang voor het eerst zag, kon hij die transparant over zijn herinneringen aan deze buurt leggen. Herinneringen aan de spannende wereld waarin zijn eigen vader zich bevond. Herinneringen die hij kan delen met zijn halfbroertje en halfzusje. Herinneringen die begrepen worden door zijn vriendin die, zonder het te beseffen, in dezelfde straat opgroeide als zijn halfbroertje. Met de camera van Lee To Sang fotografeerde Goslinga in de omgeving van diens voormalige studio. Op zoek naar een laatste afspiegeling van de mensen en de tijd die zo diep in zijn geheugen verankerd liggen. De resultaten vormen een serie portretten die een verbintenis vormen tussen het werk van To Sang en Goslinga’s eigen verleden. Misschien heet dit nostalgie