Van mei 2015 tot mei 2019 maakte Marissa Roth, aan boord van de Queen Mary II, zeven trans-Atlantische overtochten tussen New York City en Southampton, Engeland. Deze overtochten beschouwt ze als haar allegorische terugreis naar Europa als eerbetoon aan haar moeder en vader. De westwaartse terugtochten zijn voor haar een terugblik op de bestemming van haar ouders.
Op de vlucht voor wat de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust zouden worden, verlieten Marissa’s ouders, onafhankelijk van elkaar, eind oktober 1938 hun respectievelijke thuis in Oost-Europa op weg naar Amerika. Aan boord van de oorspronkelijke Queen Mary ontmoetten ze elkaar en werden verliefd. Hun tijd op de stormachtige herfstzeeën werd meer dan alleen een pragmatische beslissing. Het werd ook een romantische en profetische overtocht, niet alleen over een oceaan, maar ook van ‘angst’ naar ‘hoop’ en hoogstwaarschijnlijk van ‘dood’ naar ‘leven’.
Na de voltooiing van haar boek over Tibet, Infinite Light: A Photographic Meditation on Tibet, wilde Marissa Roth een kleiner onderwerp uitwerken. Niet opnieuw de wereld of een regio, maar nu een onderwerp met duidelijk gedefinieerde parameters die een wereld in zichzelf bevatten. De Atlantische Oceaan werd het handvat om de ervaringen van haar ouders tijdens hun transatlantische overtocht te begrijpen en om de geografie van het geheugen te bestuderen. Het maakte de avonturier in haar los.