Zolang ze maar in beweging was, onderweg, in de zandkleurige, bijna veertig jaar oude Mercedes die ze voor een prikje op de kop had getikt bij een tweedehands autohandelaar in Amsterdam Noord, haar vierjarige zoon Noah naast zich, bijna als een soort beschermengel, handen aan het stuur, blik op het asfalt of het zandpad, de bergen in de verte, de Mercedesster als een kompas voorop de motorkap, fonkelend in het lucide Saharalicht, het opstuivende zand en stof, het veranderende landschap aan haar voorbij trekkend, bijna als een film, maar werkelijker, echter dan haar ‘oude’ leven in Amsterdam haar toescheen, zolang ze maar reden, met soms een tijdelijke medereiziger op de achterbank, of juist voorin naast haar met Noah in de achteruitkijkspiegel, een lifter onderweg terug naar familie, naar huis, eindelijk, na jaren, zolang de auto maar niet kapot ging en politieagenten en douaniers meteen de gelijkenis zagen tussen haar en haar zoon en zij en Noah keuvelden over wie er sterker is: de Hulk of Spiderman, en ze af en toe een blik wierp op de sticker die de oom van Noah in Parijs op het dashboard had geplakt bij wijze van talisman: een beeltenis van Serigne Saliou, de Senegalese spiritueel leider van Noah’s vader in New York, zolang maar duidelijk was waarnaartoe ze onderweg waren: Dakar in Senegal, waar de opa en oma van Noah wonen, zolang –*
In Voyage à Dakar reist Judith Quax samen met haar toen vierjarige Nederlands-Senegalese zoon Noah in een Mercedes oldtimer tegen de migratiestroom in van Amsterdam dwars door de Sahara naar Dakar in Senegal.
Onderweg logeren ze bij familie en vrienden én ontmoeten Senegalese migranten. Moeder en zoon filmen elkaar en laten zich filmen door de mensen die ze onderweg ontmoeten. In de auto monteert Quax een camera waarmee ze de hele weg van Amsterdam naar Dakar vastlegt. Ze neemt de verhalen mee, maar ook letterlijk bagage, foto’s en videomateriaal voor families op beide continenten. Terwijl moeder en zoon vrij over de wereld reizen, zijn Noah’s vader en veel andere Senegalese familieleden gebonden aan één plek. Na de reis van ruim 5700 kilometer ontmoet Noah zijn Afrikaanse familie.
(*tekst Christine Otten)
TOUKI betekent ‘reis’ in het Wolof (Senegalese taal).
Best verzorgde boek van 2020