Van 2000-2007 werkte Marjolijn van den Assem aan een onderzoek naar hersenstroom-beelden bij correspondentie. Zij deed daar door middel van tekeningen, schilderijen, papieren- en plaatstalen beelden verslag van. Aanleiding was de correspondentie tussen Friedrich Nietzsche en Marie Baumgartner tussen 1874 en 1883.
Uitgangspunt is een veldboeket, geplukt in de heuvels boven Sorrento door een groepje geestverwanten waaronder Friedrich Nietzsche, als dank voor de Franse vertaling van een boek van Nietzsche door Marie Baumgartner.
Wanneer Marie het boeket ontvangt, de Italiaanse bloemengeur opsnuift en zich de omstandigheden realiseert waaronder die bloemen voor haar werden verzameld, schrijft ze een brief over heimwee naar het zijn onder gelijkgestemden.
Door het met kroontjespen overschrijven van delen van deze correspondentie, probeerde Marjolijn van den Assem de reikwijdte daarvan na te gaan. Door langs het vermeende wandelpad, op dezelfde dag maar 125 jaar later, een soortgelijk boeket te plukken, te drogen en tekenend weer tot leven te wekken, probeerde ze de boodschap van destijds te doorgronden. Tekenend denken, de hand als seismograaf.