Een uitgave bij de tentoonstelling met dezelfde naam, in het Fotomuseum Den Haag.
De gegroefde kop van een oude landarbeider. Het portret van een trots Fries paard. Een stilleven in een rustiek boereninterieur. Het zijn tijdloze onderwerpen, in het verleden reeds vastgelegd door fotografen als Adriaan Boer, Henri Berssenbrugge en Ed van der Elsken, tegenwoordig door onder anderen Bert Teunissen, Dirk Kome en Hans van der Meer. Bekende namen die zich hebben gewaagd aan een overbekend onderwerp: het boerenleven in Nederland.
Vanaf het einde van de negentiende eeuw tot vandaag hebben vele fotografen het Nederlandse plattelandsleven vastgelegd. De ontroerendste, meest aansprekende foto’s staan afgebeeld in Boeren. Kees ’t Hart zocht er teksten bij. Meer dan tachtig fotografen zorgen in het boek voor een beeldverhaal waar vele betekenissen aan te verbinden zijn: de ontwikkeling van een nationale culturele identiteit, de invulling van het landschap, de verandering van een beroepssector. Er is sprake van voortgang en teloorgang, hardheid en romantiek. Landelijke scènes worden vaak in verband gebracht met nostalgie: het verlangen naar een thuis dat niet langer bestaat.
Echter: het boerenleven is er nog. De bijna clichématige standaardbeelden van stevige kerels in overalls, koeien en schapen in mistige weiden en uit rood baksteen opgetrokken boerenhoeven behoren nog altijd tot de vaste waarden van het Nederlandse landschap. Boeren is een boek om te koesteren.