In Eindhoven hebben zich talloze mogelijkheden voorgedaan voor het opnieuw gebruiken van vaak mooie gebouwen uit het verleden. De stad heeft zich vanaf de 19e eeuw ontwikkeld tot een industriestad van formaat. Dat was enerzijds een gevolg van de industrialisering van de heersende huisnijverheid van vóór de industriële revolutie. Anderzijds door de enorme impuls die de familie Philips vanaf 1891 teweegbracht.
Door mondialisering, nieuwe technologieën, de crisis die in 2008 inzette en de regionale demografische ‘krimp’ is daar aan het einde van de 20e eeuw verandering ingekomen. Hierdoor raakte de huisvesting van de “oude” industrie in het ongerede. Met name op de grote complexen van Philips is dat heel goed te zien. Ook van kleinere industriële activiteiten is nog cultureel erfgoed zichtbaar. Meer dan tien van de in stand gebleven industriële gebouwen hebben de status Rijksmonument gekregen van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed.
Het industriële erfgoed gaat niet alleen over stenen en beton. Die periode heeft ook op sociaal en cultureel gebied een ‘erfenis’ opgeleverd die van groot maatschappelijk belang is. Dit boek poogt een beeld te geven van deze overgebleven ‘pareltjes’ en de functie die ze anno 2017 hebben gekregen.